Technische gegevens
Afstand fietsroute
: 70 km
Hoogteverschil
: 25 m
Duur fietsroute
: een dag (bezoeken inbegrepen)
Bewegwijzering
: uitstekend
-zeshoekige bordjes “De
Riante Polderroute”
-zeshoekige bordjes
“De Maerlantroute”
- cf. “De
Draad van Ariadne”
Staat wegdek
: asfalt behalve in het centrum van de dorpjes
Damme, St-Anna-ter-Muiden en Middelburg (kasseien).
Cotering
: gemakkelijk
Wegenkaart
: Michelin 533 vouw EF15
Hoe te bereiken
: snelweg A10 –E 40- uitritten 7,8,9 of 11
in de nabijheid van Brugge
Vertrekpunt
: Grote Markt van Damme
Het hoeft eigenlijk niet meer gezegd te worden dat België
rijk is aan cultureel historisch erfgoed. Het land is
bezaaid met monumenten, kastelen, abdijen en vele
kunstwerken allerlei. De Grote Markt van Brussel en zijn
fraaie gevels zijn uniek in de wereld. Geen wonder dat zij
tal van genieën zoals Jean Cocteau, Victor Hugo, Jacques
Brel en vele anderen hebben geïnspireerd. Toch zou de keuze
van het gros van de Belgen zonder enige twijfel uitgaan naar
de stad Brugge als voor het hele land maar één merkwaardige
toeristische site zou mogen worden gekozen. Maar net als
dat voor de bakermat van Casanova het geval is, kan de
toerist onmogelijk in één weekend Brugge binnenste buiten
hebben gezien. Vooral niet wanneer het de bedoeling is de
vele musea en historische panden uit te kammen en het
weekendje uit met een lekker etentje in een van de vele
gastronomische restaurants af te sluiten.
Onbegonnen werk dus. Laten we het dan maar houden bij het
havenstadje Damme dat zijn grote bloei en zijn teloorgang
aan Brugge te danken heeft.
Toeristische Info
Dienst voor Toerisme Damme
Huyze de Grote Sterre
Jacob van Maerlantstraat, 3
8340 – Damme
Tel. 050.28.86.10
Website :
www.damme-online.com
Westtoerisme vzw
Kasteel Tillegem
8200 – Sint-Michiels-Brugge
Tel. 050.38.02.96
Fietsverhuur
Tijl en Nele
Jacob van Maerlantstraat, 2
8340 – Damme
Tel. 050.35.71.92
e-mail :
tijl.nele@pandora.be
website :
www.tijlennele.be.tf
Routebeschrijving en commentaar
Als Damme dan toch zo dicht bij de kust ligt, zou het zonde
zijn daar geen frisse neus te halen. Dus de fiets op,
richting kust. Eropuit tussen “slikken” en “schorren” is
een fietstocht die twee bewegwijzerde fietsroutes combineert
: de
Riante Polderroute
en de
Maerlantroute.
De kust en het hinterland.
Damme
– restaurant “Palingpot” – Ramskapelle – Heist – Duinbergen
– Knokke – Sint Anna-ter-Muiden – Sluis (vestingen en
centrum) – Heille – Middelburg (De Tol) – Aardenburgbrug –
Maldegem – Donk – Vivenkapelle - Damme
De draad van Ariadne
Km 4.4
links de
“Zeekanaalweg”
nemen, geen bordje ter hoogte van een enorme sluis.
Km 6.5
de bewegwijzerde route ruilen voor de rustige oever langs de
vaart tot aan het restaurant de
“Palingpot”
in Ramskapelle. Voor de kerk terug op de route aansluiten.
Voor de wielertoerist die vreest verloren te rijden in de
wirwar van straten in Duinbergen en Knokke is het
gemakkelijker in Heist, voor het Willemspark, rechts de
“Elizabethlaan”
richting Knokke-Zoute te nemen. Zij die van strand en zee
houden en liever over de
“Zeedijk”
van Duinbergen en het
“Albertstrand”
van Knokke rijden, moeten gas terug nemen en dubbel zo
aandacht zijn. De bordjes staan er wel, maar toch is goed
uitkijken de boodschap !
Km 16.5
in de
Bergdreef,
het enige korte, steile stukje op het hele parcours, na 200
m klimmen links afslaan naar het pleintje dat over de kust
uitkijkt.
Het bordje voor de
“Lippenslaan”
(hoofdstraat van Knokke) staat er maar wankel bij !
De
“Lippenslaan”
en het aanpalende plein dwarsen de
“Elizabethlaan”
blijven volgen. Vanaf de
“Zoutlaan”,
de chicste buurt van België, is er duidelijk minder
verkeer. We rijden
“Oosthoek”
in. Een lekkere wafel bij
“Moeder Siska”
is niet te versmaden.
Km 31
voorbij Sint-Anna-ter-Muiden, voor de vaart, leidt de weg
rechts via de Riante Polderroute naar Damme. De fietstocht
is dan niet langer dan 44 km. De weg links sluit aan op de“Maerlantroute”
die rond het havenstadje Sluis loopt. Sluis ligt halfweg de
route en is dus ideaal gelegen om iets te eten en wat op
kracht te komen.
Km 39.5
voorbij de camping
“De Schaapskooi”
in het gehucht
“Heille”
de Ezelstraat niet inrijden, maar rechtdoor, over rode
Hollandse klinkers, fietsen naar Middelburg. Verderop is de
bewegwijzering perfect.
Opgelet ! Hier kan de wind lelijk uit de hoek komen.
Damme : bloei en teloorgang van een haven
In de Gallo-Romeinse tijd sneed de zee nog het land in tot
waar later de nederzettingen Brugge en Diksmuide zouden
ontstaan. Onze kust was dan ook een uitgestrekt en desolaat
veenlandschap. De naam “Vlaanderen” betekent trouwens niets
meer dan
“ondergelopen land”.
Toen al konden de vele zandbanken, die bij laagtij zichtbaar
werden, doen vermoeden dat de kust op middellange termijn
zou verzanden. Hier en daar drong de zee langs de brede
zeegaten toch het land in, zoals de kilometers brede
“Sincfal”,
bij ons vandaag beter bekend als het
“Zwin”.
Nu is het Zwin een duinengordel die
“slikken”
of zoute modderzones en
“schorren”
of zoutweiden beschutting tegen de zeewind biedt.
Pas in de 10de eeuw worden de eerste
nederzettingen langs de kust geregistreerd.
Het Zwin, bron van leven voor Brugge
Brugge heeft haar welvaart te danken aan het water van het
Zwin ! Dat staat als een paal boven water. In
tegenstelling tot wat algemeen wordt gedacht, was het Zwin
nooit een echte zeearm, maar een uitgestrekte inham die tot
Damme reikte. Alhoewel het niet uitgesloten is dat Brugge
nooit een natuurlijke verbinding met het Zwin heeft gehad,
toch volstond een verbinding, hoe precair ook, om Brugge, op
zeer korte tijd, tot een van de belangrijkste Europese
havens te laten uitgroeien.
Rond de 11de eeuw waren de haven en het Zwin door
twee bevaarbare geulen met elkaar verbonden : het Oude Zwin
dat nabij Reigersvliet, ten oosten van Westkapelle in het
eigenlijke Zwin uitmondde en de Reie die de stad ter hoogte
van Damme met het Zwin verbond.
Maar de verzanding zette meedogenloos voort en een eeuw
later konden de zeeschepen Brugge niet meer bereiken, noch
langs de Reie, noch langs het Oude Zwin.
Maar de stad, die inmiddels tot een bloeiende metropool was
uitgegroeid, leed daar helemaal niet onder en had haar
havenactiviteiten naar Damme overgebracht.
De doodstrijd van Brugge zal van lange adem zijn. Twee
eeuwen later, in de 15de eeuw, toen het Venetië
van het Noorden op het hoogtepunt van haar roem en
welvarendheid was, is het zo goed als zeker dat de meeste
kooplieden niet eens beseften wat Brugge boven het hoofd
hing.
Damme
Damme wordt de haven van Brugge
Zo werd Damme de voorhaven van Brugge. De stad die in
de tweede helft van de 12de eeuw ontstond,
dankt haar naam aan een dijk die onder druk en voor
rekening van de stad Brugge werd opgeworpen. Dit mocht
blijken uit boeken die bewijzen dat Brugge het onderhoud
en alle andere werken aan de sluis financierde. Lang
nadat Damme de keure van
Vrije Stad
kreeg, bleef de metropool eigenaar van de kaaien en de
haveninfrastructuur.
Aangezien het Zwin tot bij Damme zeer diep was, werd de
dijk opgeworpen waar de zandplaat ontstond. De grote
sluis werd opgebouwd en de indijkwerken werden
uitgevoerd om de overslag van ladingen op kleinere
schepen vlotter te laten verlopen.
Dankzij de verlegging van de Brugse haven naar Damme kon
Brugge een eeuw later tot belangrijkste en grootste
Europese haven worden uitgeroepen.
Honderden schepen met aan boord waren uit alle uithoeken
van de wereld kwamen er aanmeren. Venetiaanse en
Genovese galeien lagen er vredig naast logge
Hanzeatische schepen en gaven het geheel een pittoresk
schouwspel. Tot in de 13de eeuw werd
nagenoeg uitsluitendhandel in luxewaren gedreven :
wijnen, vis, zout, amber en bont. Voordien konden grote
landbouwexploitaties en kloosters in hun eigen behoeften
voorzien. Pas na het ontstaan van grote steden gaat de
handel in etenswaren bloeien. Graan, hout en bier
worden vanuit Duitsland ingevoerd, wijnen uit La
Rochelle, wol uit Engeland en pelsen uit Rusland.
Producten uit het Oosten en uit India kwamen via de
Italianen Brugge binnen.
Als de nacht gevallen was, wezen vuren op stompe
kerktorens van Muiden, Oostkerke, Hoeke en Damme de
zeelieden de weg. Toch bleef de zeevaart beperkt door
de grote risico’s op zee.
Damme, Europese makelaarsstad
Door haar geografische ligging groeit Damme in een mum
van tijd uit tot het ideale handelscentrum tussen het
noorden en het zuiden. De factorijen van Lombardische
en Baltische kooplieden staan er naast de destijds meest
vermaarde bankfilialen.
Honderden schepen konden in de haven van Damme aanmeren
en er goederen uit andere landen laden en lossen. Voor
de kooplieden was de haven de plaats bij uitstek om hun
goederen te ruilen. Die makelaarsrol verging Damme
uitstekend, maar toch lieten de kooplieden hun
factorijen in Brugge.
Brugge behield haar voorechten als handelsmetropool van
het westen.
anaf 1180 krijgen de Damse poorters vrijstelling van het
betalen van tolrechten in heel Vlaanderen en van
Hanzerechten over de hele wereld. Desondanks bleef de
haven van Damme in de schaduw en onder de hoede van
Brugge functioneren. En toch bleef Damme snel opbloeien
en werd het er almaar fraaier op. Het havenstadje Damme
inde voor Vlaanderen het exclusieve stapelrecht van wijn
afkomstig uit Frankrijk, tonharing, hars en pek.
In 1269 krijgt Damme van de gravin van Vlaanderen,
Margareta van Konstantinopel, de toelating om de kaai
van een kraan te voorzien, wat in het charter als volgt
wordt vermeld : “ung
instrumen que ont appelle communemen Crane pour
l’ouvrage des vins estrainges et daultres chozes qui
arrivent à nostre port de Dam”. Zeevaartgeschillen
blijven elke dag toenemen. De noodzaak om een
reglementering in te voeren dringt zich op. Vandaar dat
te Damme de eerste code van het zeerecht van de
Nederlanden werd uitgewerkt, met name het “Seerecht
van Damme” dat eigenlijk alleen maar een vertaling
was van de Franse code van het zeerecht die toen van
kracht was. Het was toen ook dat Jacob van Maerlant,
plaatselijk schrijver en dichter, zijn meesterwerk
“Spiegel Historiael” schreef.
|
Het einde is in aantocht !
Ondertussen blijft de verzanding van het Zwin zich maar
voortzetten. Zo erg zelfs dat het havenstadje Damme
nauwelijks nog voor zeeschepen bereikbaar is. Met als
gevolg dat de zeehaven en voorhaven van Brugge die Damme
was naar Sluis wordt verlegd. Het is nauwelijks te
geloven dat dit stadje, zoals we het nu kennen, eertijds
een bloeiende haven was.
De stad was zo groot geworden dat er niet alleen twee
kerken, maar ook twee gevangenissen dienden gebouwd te
worden. In een van die gevangenissen, het
“Steen van den watere”,
werden de gevangenen van de zeebaljuw opgesloten. Tegen
het einde van de 15de eeuw ging ook Sluis ten
onder aan de meedogenloze verzanding en was de tragische
teloorgang van Brugge en de andere steden langs het Zwin
onomkeerbaar.
Enkele pogingen om Brugge alsnog uit het slop te halen,
liepen op een sisser uit. Met het ter ziele gaan van
Brugge kwam ook een einde aan de meest prestigieuze
periode uit de Middeleeuwen, die van de Hanze.
Damme dat met een vesting in de vorm van een zevenster
werd versterkt, werd tot de tweede helft van de 18de
eeuw als garnizoenplaats ingericht. Had Charles
Decoster niet de idee gehad om de heldendagen van Tijl
Uilenspiegel, het symbool van de vrijheid en wat in de
Vlaamse ziel leeft, aan die stad te linken, dan zou
Damme nu naar alle waarschijnlijkheid in een complete
letargie verzonken zijn.
Wist u dat ?
Het ontstaan van de Beurs
Brugge heeft een cruciale rol gespeeeld in de
geschiedenis van de wereldhandel. Het is dan ook niet
te verwonderen dat de Beurs haar oorsprong in die stad
vond !
Toentertijd bestond er een herberg met de naam
“ter Beurze”
die door de familie van der Beurze werd gerund.
“Ter Beurze”
werd het lokaal van de in Brugge gevestigde Venetiaanse
kooplieden en aangezien de Genuezen en de Florentijnen
in dezelfde buurt woonden, vatten die italiaanse
kooplieden de gewoonte op hun respectievelijke huizen
over zaken te praten. Die toevallige bijeenkomsten
evolueerden progressief naar regelmatig vergaderingen
van koop- en zakenlieden die verkochten en kochten of
informatie uitwisselden, net zoals dat nu nog op onze
beurzen het geval is. Brugge werd dan ook al snel de
belangrijkste handelspartner van de Hanzeatische en
italiaanse kooplieden.
|