Ode aan de fietstoeristen
Een
fietstoerist die de straat afdaalt
een fietstoerist die de straat klimt
twee fietstoeristen die dalen en klimmen
dat is de ene fietstoerist daalt
en de andere fietstoerist klimt
vlak voor de winkel van Krabber en Crabber en zoon.
Vlak voor de
winkel van Krabber en Crabber en zoon de
beroemde fietsenmakkers
treffen zij elkaar
de ene fietstoerist neemt zijn pet in de rechterhand
de andere fietstoerist neemt zijn koerspet in de
linkerhand.
Dan gaande de
ene en de andere fietstoerist
de rechtse en de linkse, de klimmende en de dalende
de rechtse die daalt
de linkse die klimt
dan gaan beide fietstoeristen
elk met zijn eigen tempo, zijn bloedeigen tempo elkaar
voorbij
vlak voor de deur
van de winkel
van Krabber en Crabber en zoon
van de beroemde fietsenmakers.
Dan zetten
beide fietstoeristen
de rechtse en de linkse, de klimmende en de dalende
eenmaal elkaar voorbij
hun petje weer op het hoofd.
Men versta mij
wel
elk zet zijn eigen pet op het eigen hoofd.
Dat is hun recht.
Dat is het recht van deze beide fietstoeristen.
(Naar een idee van P. Van Ostaijen)
bruffaertsjo@skynet.be
|