|
«
La Montagne de Reims »

Een gebergte in het bekken van
Parijs. U glimlacht. En nochtans ! Ieder jaar, in het begin
van de herfst, vindt in die streek een wielerklassieker
plaats en de wielertoeristen die ooit aan die tocht hebben
deelgenomen weten duidelijk dat het reliëf heuvelachtig is.
In de vroege morgen van deze zondag wordt het vertrek
gegeven aan meer dan 2700 deelnemers komende uit Frankrijk,
België, Groot-Britannië, enz. om de Champagnestreek te
veroveren.
Als wij de omgeving van Reims verlaten, ligt het
landschap onder een dikke mantel van mist te rusten. Frans
wordt er zwijgzaam van. Aangeplakte pijlen geven duidelijk
de weg aan en zeer vlug moeten we afrekenen met een eerste
helling van 9% die naar de “ Chapelle St Lié ” voert.
De controle vindt in de nabijheid van de kapel plaats tussen
de wijngaarden waaruit een groot deel van de Champagnestreek
ontdekt wordt. Wijngaarden overal – links, rechts, beneden,
kortbij, in de verte. Het is spijtig dat het zichtpunt
gedeeltelijk door de mist verstoord wordt.
Terugkerend op onze passen kruisen we talrijke
medeplichtigen die allerlei gezichten trekken. Na die
gevaarlijke afdaling fietsen wij in zuidelijke richting.
Ecueil – Nogent-Sermiers – Fleury – Damery. Het is
een aaneenschakeling van klimwerk en afdalingen. De molen
van Frans draait vierkantig. Mijn vriend ziet er niet al te
best uit na een woelige nacht.

Bij het oversteken van de “Marne” verandert het landschap.
Inderdaad voor de eeste keer van de dag krijgen wij
maïsvelden te zien. De zon doorbreekt eindelijk de mist en
verwarmt ons afgekoeld lichaam. Het wordt nog een prachtige
dag.
Een tweede zware helling leidt ons naar Vauciennes,
een typisch dorpje met een romaanse kerk. Controle en foto.
Dat zou het moreel van mijn vriend moeten verbeteren. Na die
kuitenbijter van 14% alweer en even steile afdaling tot op
de grote baan naar Epernay. Enkele kilometers voor de
hoofdstad van de Champagnestreek verlaten we de grote baan
en nemen links af om naar Hautvillers op te trekken,
het dorpje waar Dom Perignon de champagnemethode ontworpen
heeft. Eenmaal is geen maal : “Smaakt anders dan trappist”.
De helling begint zeer steil. Na een honderdtal meters
ontploft mijn achtertube. De vervanging gebeurt zonder
problemen en we kunnen langzaam de beklimming verder zetten.
Befaamde namen zoals Moët & Chandon, Canard Duchêne en
andere verschijnen regelmatig langs de wegen. In
Hautvillers zijn de huisjes nog mooier dan elders.
Trossen hangendegeraniums versieren de gevels en geven het
dorp een welvarende en rustige indruk.
En steeds vele wielertoeristen voor en achter ons. De weg
blijft doorlopend stijgen tot de volgende controlepost,
gelegen in een bos. Ik maak van de gelegenheid gebruik om
mijn training uit te trekken. Er zijn nauwelijks 50 km
afgelegd. Nooit waren we zo traag. Na een welgekomen
afdaling met verschillende uitzichtpunten treffen we Ay.
“1er Grand Cru van Champagne”, dat is de toon die ons
voorgelegd wordt bij onze intrede in het stadje.
Volgwagens zijn afwezig. De organisator zorgt evenwel voor
de technische hulp als voor het verstrekken van de eerste
zorgen.
Wij gaan verder en alweer staat een kuitenbijter van 17% ons
op te wachten voor het bereiken van Mutigny. Terug
controle. Frans daalt bedaard naar beneden. Het landschap
begint te veranderen. Krijtbergen met hun wijngaarden maken
plaats voor de “Champagne Humide” met haar bossen en haar
weiden.
In Avenay-Val-d’Or heeft een plezante duivel een
handvol spijkertjes op de straat gegooid. Het duurt niet
lang alvorens we het ondervinden. Intussen gaat het steeds
niet beter met mijn vriend Frans. Het slaapgebrek laat zich
nog steeds gevoelen.
Louvois doet mij aan Michel Le Tellier denken die jarenlang
als minister van Lodewijk XIV optrad. Aan de uitgang van het
dorp is een zigeunerskamp opgesteld. De baan stijgt maar
zonder te steile doorgangen. Wij blijven een momentje in het
wiel van een tandem hangen.
Op korte afstand van de controlepost van Faux de Verzy
zijn wij gedwongen te stoppen. Frans heeft een lekke
achtertube, gevolg van de spijkerzaaier. Mijn voorwiel werd
eveens geteisterd, maar ik wacht de controle af om een
nieuwe tube op te steken.
Het hoogste punt van de Champagne met de “Mont Sinaï
(283m)” is bereikt en bij de afdaling kruisen wij een
wielertoeristenpeloton waarvan de truien aan de kleuren van
een bekende wielerploeg doen denken.
Halfweg bergaf blijven wij aan de ingang van “Le Moulin
de Verzenay” stilstaan, de enige windmolen van de streek,
en we bewonderen de vallei en de heuveltjes vol wijngaarden.
Mailly-Champagne – Ludes. De beklimming vangt aan in
het centrum van het dorpje. Eeen muur van 14%. Met het
verzet uiterst links ondernemen we deze laatste helling voor
de middag-pauze in Ville-en-Selve, controlepunt, waar
de ravitaillering plaats heeft. Overvloedig - sandwich naar
keuze, ei, brokje kaas, yoghurt, appel, een stuk roomtaart
en drank naar genoegen. Kunt U dat geloven ! Er is trouwens
zodanig veel volk dat wij besluiten iets verderop de lunch
te gaan opeten aan de rand van het bos. Dat geeft de
gelegenheid aan Frans om zich te verlichten. Het was hoog
tijd.
Korte pauze en we fietsen verder. De zon schijnt geweldig
hard en het doet deugd in de schaduw van de eiken en de
beuken te kunnen fietsen. Inderdaad, zonder twijfel is het
een klassieker die zijn faam niet gestolen heeft.
Germaine – St Imoges. Frans maakt een betere indruk
dan voor de middag en ikzelf barst van gezondheid. Nooit
voelde ik mij zo lekker.
Opnieuw volgen we de sporen van de Galliër Asterix,
afgebeeld op een toeristisch bord. Laat ons niet vergeten
dat wij in de wieg zitten waar Frankrijk ontstaan is.
Een reusachtige Tvmast staat op ons te loeren in Romery
en weldra kruisen wij in Fleury-la-Rivière de baan
van deze morgen.
|
Het tweede deel van de lus
begint met de stijging van c.a 10%. Wij gaan de laatste
50 km in. Bossen maken plaats voor landbouw en
wijngaarden.
In Cuchery draaien we kortaf om een zeer mooie en
eigenaardige romaanse kerk.
Baslieux S/s Chatillon. Afdaling tot in de vallei
van de Marne.
Chatillon sur Marne, volgende controlepunt, wordt
gemakkelijk van ver erkend. Inderdaad, een reusachtig
standbeeld van Urbanus (niet te verwarren met de ster
van het Pajottenland), paus en promotor van de
eerste kruistocht, draait zijn rug naar ons toe. Dat is
het eindpunt van de beklimming die over 1500m aan 10%
stijgt en eindigt met 15% in de laatste meters. Controle
aan de voet van het standbeeld. Wij rusten even uit op
een bank waar we beide onze yoghurt drinken naast de
orienteertafel. Tegelijkertijd genieten we van het
panorama van de vallei van de Marne.
Het kort af. De kuitenbijters liggen nu achter de rug.
Trouwens, het landschap gelijkt op ons Pajottenland,
heuvelachtig zonder meer. We blijven een beetje in de
wielen hangen. De grote verzetten beginnen de neus
buiten te steken. Frans telt de kilometers af.
Daartegenover zou ik de rit verlengen. Zoiets moet U
meegeleefd hebben om het te begrijpen. Feitelijk is die
tocht de weerslag van Couvin-Croix Scaille-Couvin waar
de rollen omgekeerd waren. “Potferdekke Frans, gij kunt
toch altijd de beste niet zijn”.
Cuisles-Ville en Tardenois-Sarcy. De laatste
controle vindt plaats in Aubilly. Tien minuten
rust. We trekken verderop. Zoals gewoonlijk wordt het
tempo in de laatste kilometers opgetrokken. Heel vlug
hebben we de buildings van Reims als mikpunt en tegen
half vier sluiten we de ronde af.
Degene die ooit aan Frans durft vertellen dat de
Champagnestreek vlak is, weet niet wat hij te horen
krijgt. Persoonlijk ben ik wel teleurgesteld over de
hellingen. Ik had het moeilijker verwacht. Natuurlijk in
topconditie schijnt alles een makkie te zijn.
In ieder geval zal de laatste zondag van september een
formidabel goede ervaring blijven.

bruffaertsjo@skynet.be
|
|